|
|
Home Belangrijke procedures |
Overzicht procedure baanverlenging 2001-2006, uitspraak Raad van State |
Op 3 december 2003 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de beroepen die waren ingediend tegen de aanwijzingen van luchtvaartterrein Eelde. Een samenvatting van de uitspraak volgt hieronder. Het bestuur van VOLE was zeer verheugd over de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot de baanverlenging. Eindelijk, na ruim 10 jaar actie, hadden we als omwonenden ons recht gehaald. Na het verbod op grote les- en oefenvluchten is het ons tweede grote succes. Het is jammer dat we zover moesten gaan, omdat een meerderheid van de regionale politici niet wilde luisteren naar onze argumenten, sterker, zelfs niet met ons het inhoudelijk debat wilde aangaan.
|
Op 21 mei 2001 namen de ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM de aanwijzingsbesluiten voor Eelde. De beslissing op de ruim 700 bezwaarschriften kwam pas in september 2002. Daarop zijn tien organisaties en personen in beroep gegaan bij de Raad van State, te weten VOLE met de Stichting Rondom Vliegveld Eelde en 161 leden (met name), de IVN-afdelingen Eelde-Paterswolde en Vries, de Milieufederatie Drenthe, de gemeente Haren, de gemeente Tynaarlo, mevrouw Jonker-ter Veld, de heer Jonker, de heer Vlek, de heer Duursma en de heer Van der Lugt. Op 11 september 2003 hield de Afdeling zitting in Den Haag van 11.00 tot 17.45 u. Tijdens deze lange zitting bleek dat de Raadslieden zich zeer kritisch opstelden. Men had vooral vragen aan de verweerders (de juristen van het ministerie). Op 3 december 2003 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak uitspraak in de beroepen tegen de beslissing op bezwaar tegen de aanwijzingen van luchtvaartterrein Eelde door de ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM. Het oordeel van de Raad van State was vernietigend.
De volledige tekst is te vinden onder www.raadvanstate.nl
Hierna zullen we de uitspraak en de consequenties ervan kort bespreken.
|
Wat hadden we binnen gehaald? |
-
De geluidsnormeringssystematiek voor de grote luchtvaart (de Kosteneenheden, waarbij geluid beneden 65 decibel niet wordt meegenomen) is definitief afgekeurd en mag niet meer worden gebruikt.
-
De nieuwe geluidsnormeringssystematiek à la Schiphol (de zogenaamde Lden-norm) moest voor Eelde worden toegepast.
-
Ook de overige beroepen tegen de baanverlenging zijn gegrond verklaard.
-
Totdat de staatssecretarissen opnieuw hebben beslist op de bezwaren blijven de huidige KE-contouren zo lang geldig, in het belang van de omgeving.
-
Effecten op Speciale Beschermingszones (natuurgebieden als het Zuidlaardermeergebied) moesten worden onderzocht.
-
Een nieuw of aanvullend MER moet worden opgesteld met de nieuwe geluidscontouren en de gevolgen daarvan.
-
Openingstijd 's ochtends van 6.30 u was door de minister onvoldoende gemotiveerd (de openingstijd moet naar 7.00 u of moest beter worden gemotiveerd).
-
De geluidscontouren voor de kleine luchtvaart moesten worden herberekend (gering verschil).
-
Ook het Ruimtelijke Ordeningsbesluit was van tafel. Vooralsnog kon dus geen aanpassing van de bestemmingsplannen plaatsvinden.
|
Welke bezwaren zijn niet gehonoreerd? |
Die tegen:
- De verregaande belangenverstrengeling bij de betrokken bestuurders.
- Het feit dat nut en noodzaak niet zijn getoetst door de commissie voor de MER.
- De beoordeling van het Milieu Effect Rapport (MER) door de commissie voor de MER.
- Het verouderd zijn van het Structuurschema BurgerLuchtvaartterreinen.
- Het bezwaar tegen de sluitingstijd om 23 u. in het weekend.
- Het lawaaiig klein circuitverkeer.
- Proefvluchten met grote toestellen.
- Reclamevluchten.
- De gevraagde beperking van de maximale grootte en het maximale aantal vliegtuigen.
- De extensieregeling (in bepaalde gevallen landen tussen 23 en 24 uur).
- De circuitvluchten op zon- en feestdagen.
- De parachutevluchten.
|
Wat heeft de Afdeling buiten beschouwing gelaten? |
Deze bezwaren kunnen bij een volgende procedure opnieuw naar voren worden gebracht.
|
Wat is er sindsdien gebeurd? |
De regio (de aandeelhouders) moest zich nu gaan beraden of het de moeite nog wel waard was om met baanverlenging door te gaan. Sowieso zou er een nieuw of een aanvullend MER moeten worden opgesteld met nieuwe geluidsberekeningen volgens de systematiek van Schiphol, de effecten daarvan (aantal gehinderden, aantal te slopen en te isoleren huizen etc.) en de effecten van de baanverlenging en van de intensivering van het luchtverkeer op de natuurgebieden in de omgeving. Vervolgens diende de staatssecretaris te kiezen uit drie mogelijkheden:
-
een nieuwe beslissing op de bezwaarschriften naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State en het nieuwe MER. Vervolgens was hierop opnieuw beroep mogelijk bij de Raad van State. Vanwege de ingrijpende wijzigingen zou ten minste ook een nieuwe bezwaarfase mogelijk moeten zijn in het belang van degenen die tot nu toe geen bezwaar hebben gemaakt.
-
een nieuw aanwijzingsbesluit met bezwaar en beroep (en evt. een nieuwe voorbereidingsprocedure).
-
het opnemen van de nieuwe situatie van Eelde (met of zonder baanverlenging) in de Regelgeving Regionale en Kleine Luchthavens. Dit zou een nieuwe wettelijke regeling worden zoals bij Schiphol met minder mogelijkheden voor bezwaar en beroep.
De reparatie zoals hierboven omschreven zou inclusief beroep bij de Raad van State uiteindelijk vier en een half jaar in beslag nemen. De nieuwe geluidsnormerings-systematiek was namelijk alleen voor Schiphol wettelijk geregeld. De Luchtvaartwet (of de Wet Luchtvaart) zou dus moeten worden voorzien van een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur of een nieuw wetsdeel.
|
Overzicht militaire vluchten en beroepsprocedures |
VOLE en SRVE hebben bezwaar gemaakt tegen de militaire vluchten op Luchthaven Eelde. Het bezwaarschrift van VOLE en SRVE werd verzonden op 11 november 2002. Tegelijk met het bezwaarschrift werd een verzoek tot een voorlopige voorziening bij de Groningse rechtbank gedaan. Aangezien de Staat in het verweerschrift direct aangaf dat de regels van de aanwijzing (openingstijden, geluidszones etc.) ook gelden voor de militaire vluchten en met een fax op de proppen kwam, waarin de Koninklijke Luchtmacht om meer vluchten vroeg (waardoor het aantal van 400 kon worden verklaard), vervielen de belangrijkste redenen voor een voorlopige voorziening. Dit verzoek is dan ook ingetrokken. Ondanks deze onzorgvuldigheden van de kant van de Staat veroordeelde de voorzieningenrechter de Staat niet in betaling van de griffierechten en juridische kosten voor de voorlopige voorziening. Op 6 maart 2003 is de beslissing op bezwaar toegestuurd aan de bezwaarmakers. Behalve de bovengenoemde punten is geen enkel bezwaarpunt gegrond verklaard. VOLE en SRVE zijn naar aanleiding van de beslissing op bezwaar in beroep gegaan.
Nadat ons beroepschrift (15 april 2003) en het aanvullend beroepschrift (23 juni 2003) tegen de ontheffing voor militaire vluchten bij de Groninger Rechtbank was ingediend, is het heel lang stil gebleven. Vermoedelijk wilde men de uitspraak van de Raad van State over de aanwijzingen afwachten alvorens tot behandeling over te gaan. Als de gehele aanwijzing van tafel was gegaan hadden we namelijk geen zaak meer.
Op 1 februari 2005 werd het beroep van VOLE en SRVE in een zitting van de Groninger Rechtbank behandeld. Opnieuw had VOLE succes in een beroepsprocedure. Het beroep tegen de ontheffing voor militaire vluchten is op 17 februari 2005 gegrond verklaard door de Groninger Rechtbank.
Het ontheffingsbesluit was vernietigd en de minister moest een nieuwe beslissing op bezwaar nemen voor de 534 bezwaarschriften. Ook kon de minister nog in beroep gaan bij de Raad van State. Voor zover bekend is dit niet gebeurd.
Volgens de
rechter was het besluit onzorgvuldig voorbereid. De rechter had in het
bijzonder veel kritiek op het advies van de Commissie Milieuhygiëne
Luchtvaartterrein Eelde (CMLE, Cie28). Het ministerie nam vervolgens
twee jaar de tijd voor een nieuwe adviesprocedure van de CMLE en voor
een nieuwe beslissing op de bezwaren.
De punten waarop VOLE gelijk kreeg, waren:
-
De adviesprocedure van de commisie 28 (CMLE) is onzorgvuldig tot stand gekomen, d.w.z. de commissie 28 heeft voor de adviesprocedure te korte tijd uitgetrokken, de schriftelijke procedure geeft geen inzicht in de standpunten en de reactie op die standpunten, en heeft niet tot gewogen oordeelsvorming geleid, en tenslotte zijn de overwegingen, die ten grondslag liggen aan het advies, niet inzichtelijk. Bovendien adviseerde de Cie28 alleen voor humanitaire vluchten. De ontheffing is veel uitgebreider ondanks dat de minister stelt, dat van het advies niet is afgeweken.
-
Bij het aanwijzingsbesluit en het MER (Milieu Effect Rapport) is niet uitgegaan van het militaire gebruik van de luchthaven. Voor geluid wordt verwezen naar de maximale geluidsbelasting in de aanwijzing. Voor de overige vormen van hinder (luchtverontreiniging en stank), die niet evenredig zijn aan geluid, zijn de effecten niet in de belangenafweging van het ontheffingsbesluit meegenomen. Ook is niet gemotiveerd, waarom een uitbreiding van gemiddeld 300 vliegbewegingen per jaar in het verleden naar 400 nodig is in de ontheffing.
In de nieuwe beslissing op bezwaar diende de minister rekening te houden met de uitspraak van de Raad van State van 3 december 2003.
De uitspraak van de rechtbank is te lezen op www.rechtspraak.nl, klik bij de 4e zaak van boven op de blauwe link (zaaknummer) LJN: AS9729, Rechtbank Groningen, AWB 03/395 BESLU STRA; AWB 03/409 BESLU STRA en AWB 03/449 BESLU STRA
In 2007 bleek echter dat de nieuwe beslissing op bezwaar niet had geleid tot een aanpassing van (de motivering van) het besluit, terwijl de rechtbank hierover toch heel duidelijk was geweest.
Dus ging VOLE opnieuw in beroep.
De rechtbank nam ook nog eens twee jaar voordat de behandeling plaats vond.
Met de uitspraak van de Groningse rechtbank van 1 juli 2009 is VOLE opnieuw in het gelijk gesteld in het beroep tegen de ontheffing van het verbod op militaire vluchten op vliegveld Eelde.
Uit de uitspraak blijkt dat ook de rechtbank zich heeft geërgerd aan het feit dat het ministerie het besluit niet had aangepast. Opnieuw kreeg de adviesprocedure van de CMLE kritiek. De uitspraak heeft tot gevolg dat de minister opnieuw een beslissing op bezwaar, de derde, moet opstellen. De uitspraak van de rechtbank kunt u nalezen door de eerste onderstaande link te klikken.
Helaas leidt de uitspraak niet tot een verbod op militaire vluchten. De minister heeft nu eenmaal de bevoegdheid om, in strijd met de inhoud van de aanwijzing, een ontheffing te geven voor militaire vluchten.
Uit het verloop van de procedures blijkt dat het ministerie geen belang heeft bij een aanpassing van het ontheffingsbesluit. Kennelijk heeft het ervoor gekozen de procedure eindeloos te rekken. Waarschijnlijk staan we dus over vier jaar opnieuw voor de rechtbank in Groningen.
VOLE zal proberen er door middel van kamervragen op aan te doen dringen dat de minister deze kwestie serieus behandelt.
Klik hier om de volledige uitspraak van de rechtbank te bekijken
Klik hier voor meer informatie over militaire vluchten
|
Overzicht procedures 2006 |
-
Tegen de nieuwe beslissing op bezwaar van V&W van 14 maart 2006 hebben VOLE en een tiental anderen in mei beroep ingesteld bij de Raad van State.
-
Vanwege de complexiteit van de beroepen heeft de RvS advies gevraagd bij de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB). De StAB heeft een hoorzitting belegd in november waarop VOLE en anderen vragen hebben beantwoord. De StAB heeft begin december advies uitgebracht aan de RvS. Appellanten hebben tot 9 januari 2007 de tijd hierop te reageren.
-
De Uitspraak van de RvS wordt op z'n vroegst in april/mei verwacht. Daaraan voorafgaand wordt er een zitting gehouden waarop VOLE het beroep zal toelichten.
-
De minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft op 30 oktober ontheffing verleend van de Flora en faunawet. Deze ontheffing heeft het vliegveld nodig om -ondermeer- de bomen te kappen waarin de beschermde vleermuizen zitten. Dit geld met name voor de Eekhoornstraat.
-
Tegen deze ontheffing heeft VOLE een bezwaarschrift ingediend bij LNV. Ook is bij de rechtbanken in Groningen en Assen een Voorlopige Voorziening gevraagd om het vliegveld te verbieden werkzaamheden uit te voeren hangende de bezwaarprocedure tegen de ontheffing.
|
Overzicht procedures 2007 |
Procedure baanverlenging
De Raad van State had op 9 juli 2007 het onderzoek in de beroepszaak van VOLE en andere appellanten heropend om vragen te kunnen stellen aan de Europese Commissie (EC) in verband met mogelijke staatssteun aan de luchthaven. Op 30 juli zijn de vragen opgestuurd aan de EC.
De EC kwam vrij snel met haar antwoord. Het kwam al op 23 november, en was ook vrij stellig: de steun voor de baanverlenging had aangemeld moeten worden omdat het hier mogelijk gaat om (onterechte) staatssteun.
Wie dacht dat de luchthaven en de staatssecretaris nu eieren voor hun geld kozen en direct tot aanmelding van de steun overgingen, had het mis.
Vermoedelijk bang voor een verkeerd uitvallende beoordeling door de EC probeerde men de Raad van State zover te krijgen dat hij zelf zou oordelen dat het niet om staatssteun gaat.
Procedure havengeldregeling
Op donderdag 19 juli behandelde de Rechtbank te Groningen het beroep van VOLE tegen de Havengeldregeling, die GAE voor 2005 heeft vastgesteld.
De Havengeldregeling betreft de tarieven die Groningen Airport Eelde landende toestellen in rekening brengt.
De luchthaven stelt deze tarieven elk jaar opnieuw vast.
De directie van een luchthaven kan via de gebruikstarieven of havengelden, lawaaierige toestellen weren en milieuvriendelijke toestellen stimuleren, of het vliegen in de avonduren of in het weekend onaantrekkelijk maken door per categorie verschillende tarieven vast te stellen. VOLE heeft herhaaldelijk aan de luchthaven gevraagd om van deze positieve mogelijkheid gebruik te maken. De directie heeft dit geweigerd. Volgens directeur Meulendijks heeft GAE al differentiatie in de tarieven doorgevoerd.
Bestudering van de regeling maakte echter duidelijk dat die differentiatie onaanvaardbaar weinig voorstelt.
Daarom heeft VOLE in 2005 bezwaar gemaakt tegen vaststelling van de Havengeldregeling voor dat jaar. Vervolgens bleek een beroep nodig tegen de beslissing op ons bezwaar.
De behandeling van dit beroep vond plaats op 19 juli 2007 in de rechtbank in Groningen.
De Havengeldregeling 2005 is weliswaar reeds vervangen door die van 2006 en daarna door die van 2007, en dus niet meer geldig. Het gaat hier echter om een principiële kwestie. Deze geldt onveranderd ook voor de Havengeldregeling van 2007.
Helaas is deze rechtzaak verloren. De directie mag van de Groningse rechter doorgaan en elk mogelijk rommeltoestel toelaten, zolang de jaarlijkse “geluidsruimte” nog niet is opgebruikt.
Procedure Flora- en Faunawet
Op 31 december 2007 liep de geldigheidsduur af van de ontheffing voor de Flora- en Faunawet, die de luchthaven had om ten behoeve van de baanverlenging ingrepen in de natuur te doen (kappen van bomen, vernietigen van vleermuislocaties, poelen etc.).Op dat moment liep de procedure van de bezwaarschriften tegen deze ontheffing nog. Doordat het ministerie van LNV logischerwijze de uitspraak van de Raad van State in de aanwijzingsprocedure afwachtte, kwam het maar niet tot een beslissing op bezwaar. Nu de geldigheid van de vergunning was vergelopen, konden de bezwaren automatisch niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat er immers geen ontheffing meer bestond.
Wel was bekend dat de luchthaven een nieuwe ontheffing had aangevraagd. Zodra deze ontheffing er lag, was VOLE van plan opnieuw bezwaar te maken. Met de luchthaven, de gemeente Tynaarlo en het ministerie is de afspraak gemaakt dat er geen ingrepen ten behoeve van de baan-verlenging in het landschap zullen worden uitgevoerd zolang de aanwijzing niet onherroepelijk is.
|
Overzicht procedures 2008 |
In een zitting van de Raad van State op 28 februari 2008 konden alle partijen nog een keer hun zegje doen.
Vijf appellanten voerden het woord. VOLE, in de voorbereiding ondersteund door onze advocaat Van den Biesen, heeft aangegeven dat de Raad van State moeilijk om het oordeel van de EC heen kan.
Als de Raad reden had om te twijfelen aan het oordeel van de EC, had de Raad zgn. prejudiciële vragen kunnen stellen aan het Europese Hof te Luxemburg.
De landsadvocaat kreeg veel vragen van de staatsraden naar aanleiding van zijn stelling als zou het besluit tot steun aan de baanverlenging al in 1992 of toch zeker al in 1999 zijn genomen. VOLE, en de andere appellanten, hebben daarentegen aangevoerd dat het contract over de € 18,6 miljoen voor de baanverlenging in 2003 het eerste schriftelijke stuk is waarin duidelijkheid is geschapen over de hoogte van het bedrag en over de voorwaarden, die aan de steun zijn verbonden. Kortom, dat de datum van het contract ook de datum van de beslissing over de steun is. De staatsraden gaven aan het slot van de zitting aan dat de uitspraak waarschijnlijk meer dan zes weken op zich zou laten wachten.
Klik hier voor een uitgebreider verslag van de zitting op 28 februari 2008
Ondertussen werd van de Europese Commissie bericht ontvangen dat zij het onderzoek naar de toelaatbaarheid van staatssteun aan vliegveld Eelde was gestart door vragen te stellen aan de permanente vertegenwoordiging van Nederland bij de EU.
Er waren zes klachten ingediend m.b.t. staatssteun:
- De steun voor de baanverlenging van € 18,6 mln. door het Rijk
- De steun in de vorm van het afdekken van het exploitatieverlies met een jaarlijkse bijdrage van de regionale overheden van 1 mln. euro per jaar
- De afkoop door de staat van de bijdrage in toekomstige exploitatieverliezen door een betaling van € 4,3 mln. in 2001
- De afkoopsom van € 2,9 mln. in 2001 wegens derving van toekomstige opbrengsten uit groot lesverkeer
- Steun van € 4,7 mln. aan het project ‘Afwatering bestaande baan’ in 2001
- Steun ten behoeve van een terminal van € 2 mln. in 2000.
Hoogtepunt voor VOLE van het jaar 2008 was de uitspraak over de baanverlenging op 11 juni 2008 door de Raad van State. De ‘Beslissing op Bezwaar’, genomen door de minister in 2006, was hiermee vernietigd. Het aanwijzingsbesluit betreffende de baanverlenging is geschorst, totdat een nieuwe Beslissing op bezwaar zal zijn genomen.
De argumentatie van de Raad was, dat het bedrag van 18,6 miljoen voor de baanverlenging beschouwd moet worden als staatssteun. Deze steun had men moeten melden aan de Europese Commissie.
Alle andere punten van onze argumentatie, zoals onder andere nut en noodzaak, en flora en fauna, zijn nietig verklaard. Onze tegenstanders hebben de uitspraak daarom in de publiciteit gevierd als een grote overwinning. Er moest alleen nog aan een kleine formaliteit worden voldaan: aanmelding van de overheidsbijdragen bij de Europese Commissie.
Een belangrijk resultaat hebben we wel degelijk binnengehaald: de aanwijzing door de minister was hiermee vernietigd.
|
Overzicht procedures 2012 |
Procedure baanverlenging: Uitspraak Raad van State 15 februari 2012
De
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het zogenoemde
aanwijzingsbesluit voor vliegveld Eelde in stand gelaten. Na bijna
veertig jaar discussie over de baanverlenging en herhaaldelijke
vernietiging van ministeriële besluiten, mag GAE eindelijk beginnen.
Natuurlijk is VOLE niet gelukkig met deze uitspraak maar verder
procederen heeft geen zin meer. Het vliegveld mag nu verder gaan met de
baanverlenging waar directie en de Raad van bestuur van GAE tientallen
jaren naar gestreefd hebben. We zijn als VOLE kritischbenieuwd of de
gouden dageraad waar de voorstanders jarenlang van hebben gedroomd, nu
gerealiseerd zal worden.
We hebben als VOLE besloten om dit besluit
sportief op te vatten en hebben de directie publiekelijk gefeliciteerd
met deze uitspraak.
Voor de volledige uitspraak van de Raad van State zie volgende link: Start- en landingsbaan van vliegveld Eelde mag worden verlengd
Klik hier om het persbericht van VOLE te bekijken
Procedure Flora- en Faunawet: Uitspraak Raad van State Flora en Faunawet
Op 8 augustus 2012 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan inzake het beroep van VOLE en het IVN inzake de Flora- en Faunawet. Kernpunten waren of 1) de baanverlenging een zaak was van “dwingende reden van groot openbaar belang” waarbij het Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen dit project als “niet essentieel” heeft betiteld en of 2) de door GAE na zeer grote druk en dreiging met verdere procedures en met veel tegenzin gerealiseerde natuurcompensaties, nog als “volstrekt onvoldoende” moeten worden beoordeeld.
VOLE en het IVN staan bovendien op het standpunt dat juist het tegengaan van klimaatschade door het inperken van de groei van het luchtverkeer gezien moet worden als een “dwingende reden van groot openbaar belang”. VOLE en het IVN zijn bij de uitspraak in het ongelijk gesteld betreffende deze principiële punten.
VOLE heeft nog overwogen om bij het Europese gerechthof in beroep te gaan, we hebben namelijk geen pleidooi mogen voeren tijdens de RvS zitting. Het bestuur heeft echter besploten om een punt achter deze procedure te zetten.
Klik hier om de uitspraak van de Raad van State te bekijken
|
|
|
|