Baanverlenging Eelde stort regio in kostbaar avontuur
OPINIE VLIEGVELD
-
Raad van State gunt vliegveld voordeel van de twijfel
-
Uitspraak geeft weinig reden tot opluchting
-
Exploitatierisico’s voortaan geheel voor de regio
Het aantal passagiers moet sterk toenemen om alles
betaalbaar te houden. Foto: Archief DvhN
De Raad van State heeft het aanwijzingsbesluit over Groningen Airport Eelde (GAE) in stand gelaten. Na 30 jaar duwen en trekken mag GAE eindelijk zijn hoofdbaan verlengen. Deze ‘voordeel van de twijfel’-uitspraak roept felicitaties op. Maar gelukwensen zijn ook hard nodig, want de toekomst van GAE is bepaald niet rooskleurig.
Het lijkt er op dat hardnekkig geloof en verstarde bestuursmacht het hebben gewonnen van actuele feiten en argumenten.
Het ietwat politieke ‘groen licht’ van de Raad van State betekent dat GAE meer ruimte krijgt om zich te ontplooien. Het is echter onwaarschijnlijk dat het bedrijf op termijn kostendekkend zal worden. Want een veel grotere klandizie valt voorlopig niet te verwachten, of het nu gaat om lijndiensten, lesvluchten, vrachtvervoer, vakantiecharters of ‘low-cost carriers’.
Het exploitatietekort (plm. 500.000 euro) zal de komende jaren flink toenemen. GAE wil een kleine 40 miljoen euro investeren. Circa 24 miljoen euro is ‘gratis’ rijksgeld voor de baanverlenging. De rest moet worden geleend, met kosten voor rente en aflossing. Eind 2O12 stopt de overheidssteun van ruim 1 miljoen euro per jaar. Van die overmatige subsidiëring heeft GAE zo’n 10 miljoen euro opgespaard. Daarmee kan men weliswaar een tijdje vooruit, maar wanneer ook de luchtverkeersleiding in rekening wordt gebracht zullen de financiële reserves snel verdwijnen.
Het aantal passagiers moet dus zó sterk toenemen dat GAE’s inkomsten veel sneller omhoog gaan dan zijn exploitatiekosten gaan stijgen. Pas dan kan ook de werkgelegenheid merkbaar toenemen. Daarvoor zijn wonderen nodig, zowel in de luchtvaartmarkt als in de regionale economie. Zelfs wanneer het passagiersaantal binnen tien jaar ‘slechts’ verdubbelt in plaats van verviervoudigt – zoals GAE zelf hoopvol voorziet – zullen de verliezen aanzienlijk blijven.
Waar komt dan de rekening te liggen voor GAE’s nog langdurige exploitatiekorten? En hoe moet het verder, nu exploitatiesteun vanwege Brussel niet langer geoorloofd is? Sinds 2003 is uitsluitend de regio hiervoor aanspreekbaar. Te verwachten is dat GAE in zijn Bedrijfsplan-2012 opnieuw, noodgedwongen, zal vragen om overheidssteun. En daarmee zou het Noorden weer terug zijn bij af.
Want of je nu rechtstreeks betaalt voor exploitatietekorten, dan wel indirect via infrastructuur en bedrijfsondersteuning (brandweer, beveiliging), zeker is dat je nog lange tijd een paar miljoen euro per jaar moet bijpassen. Deze blijvende noodzaak van overheidssteun is politiek ongewenst en misschien zelfs onmogelijk. De aandeelhoudende provincie- en gemeentebesturen hebben er nog niet over gedebatteerd, laat staan dat zij tot een passende oplossing hebben besloten.
Psychologisch gezien is het allemaal erg verkiaarbaar. Regionaal imago. Bestuurlijk prestige. Too much ínvested to quit. Door het rijk aangejaagd. Vijf bestuursorganen in één schuitje (groepsdenken). Vertwijfeld gokken vanuit een verliessituatie. Noodgedwongen optimisme. Diep-gelovig afweren van tegensprekende feiten en argumenten (‘lariekoek’). Vooruitschuiven van financiële problemen, boven het vangnet van de belastingbetaler.
Het groene licht voor de baanverlenging is niet de verdienste van GAE zelf (champagne!). Nee, de ‘overwinning’ is feitelijk behaald door het geld en de macht van het rijk (traditie!), met volgzame instemming van de regio. Vanaf 2013 heeft GAE de peperdure plicht om zijn welhaast overmoedige prognoses voortaan mét een langere baan, maar zónder subsidies waar te maken. Gelukwensen dus, met deze hachelijke onderneming. Maar niet zonder reserves. Want je houdt er je hart wel bij vast.
Dr. C.A.J.Vlek is oud-hoogleraar Omgevingspsychologie en Besliskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en oud-lid van de Commissie voor de Milieueffectrapportage te Utrecht.