Groningen Airport Eelde: verder vliegen of landen
Zoals inmiddels breed bekend moeten de aandeelhouders binnenkort een besluit nemen over de toekomst van Groningen Airport Eelde. De vraag ligt nu voor of het Noorden bereid moet zijn om in het vliegveld te investeren, of moet kiezen voor afbouwen. De fracties van D66 in Groningen, Drenthe, Groningen Stad, Assen en Tynaarlo zien een maatschappelijke meerwaarde, maar vinden het ook een verdedigbaar om te kiezen voor afbouwen. Investeren in de luchthaven gaat daarom wat D66 betreft gepaard met een aantal stevige voorwaarden.
De ontwikkelingen van het noordelijke vliegveld Groningen Airport Eelde (GAE) houden de gemoederen flink bezig. De aandeelhouders: de provincies Drenthe en Groningen en de gemeentes Groningen, Assen en Tynaarlo willen in de komende weken een beslissing gaan nemen over GAE. De in de oktober gepresenteerde onderzoeken schetsen drie mogelijke opties. Optie 1 is het afbouwen van het vliegveld tot een regionaal vliegveld. Optie 2 gaat uit van de huidige situatie, waarbij er verder niet meer wordt geïnvesteerd, behalve de noodzakelijke verbetering van de brandweerkazerne. De derde optie betreft extra investeren in het vliegveld, waaronder in de terminal en een zogenaamd “foreign visitor fund”.
Geen uitgemaakte zaak
Voor D66 is het geen uitgemaakte zaak om te kiezen voor deze laatste variant. Het maatschappelijk belang van een internationaal vliegveld voor Noord-Nederland moet meegewogen worden. Wij staan daarom open voor het investeringsscenario, mits er aan een aantal belangrijke voorwaarden wordt voldaan. Als dat niet het geval is, dan is afbouwen voor D66 het alternatief. We doen het goed, of we doen het niet. Sluiten kost weliswaar ook geld, maar geeft ook zekerheid. Daarbij biedt dit mogelijkheden om te kiezen voor investeringen in andere vormen van mobiliteit. Kiezen voor investeren in de luchthaven betekent risico nemen. De uitgebrachte rapporten met prognoses bieden hierbij geen zekerheid voor de toekomst.
Boter bij de vis
Wij vinden dat rekening en risico’s hierbij beter gespreid moeten worden. Het vliegveld is er voor het hele Noorden. Niet alleen de huidige vijf aandeelhouders, maar overheden en bedrijfsleven in heel Noord Nederland moeten bijdragen. We verwachten daarom boter bij de vis van ondernemers. Het kan niet bij woorden alleen blijven. Er worden nu daden verwacht van ondernemers, al dan niet via de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en andere overkoepelende partijen. Niet alleen in financiële zin, maar ook in het gebruik gaan maken van de luchthaven.
Private exploitatie
Wij vinden het van groot belang dat onderscheid wordt gemaakt tussen de exploitatie van de luchthaven en de zogenaamde publieke taken als beveiliging en brandweer. Een private partij moet zich verbinden aan de exploitatie van de luchthaven in de vorm van een zogeheten “luchtvaart-exploitatiemaatschappij” (LEM). Dit is belangrijk voor een sluitende ‘business case’. De investering zou pas moeten plaatsvinden, als er ook daadwerkelijk investeerders zijn gevonden voor de LEM. Als blijkt dat deze niet gevonden kunnen worden, dan blijkt de papieren werkelijkheid niet te bestaan.
Gezamenlijk belang van Noord Nederland
Wil de luchthaven kans hebben op succes, dan moeten we met z’n allen de schouders er onder zetten om invulling te geven aan het maatschappelijk belang. Dit betekent dat we niet ons alleen beperken tot de vijf aandeelhouders; alle noordelijke provincies en gemeenten zullen moeten bijdragen, bijvoorbeeld door de kosten van beveiliging en brandweer te delen.
Maatschappelijke effecten vliegverkeer
De gehoopte toename van het aantal vliegbewegingen, gaat gepaard met een navenante toename van overlast. Deze milieueffecten moeten gecompenseerd worden. Dat kan door bijvoorbeeld extra groen of duurzaam vervoer. Ook moeten er duidelijke grenzen komen aan de toename van de overlast voor direct omwonenden.
Investeren in meer dan alleen uitgaand verkeer
In de plannen staat, dat geïnvesteerd moet worden in het ontwikkelen van routes, “hubs” naar grotere luchthavens. Maar alleen investeren in routes is niet genoeg. Zoiets moet breder aangepakt worden. Het Noorden moet internationaal op de kaart gezet worden. Dat vereist nogal wat meer dan de huidige (provinciale) marketing. Ook los van het vliegveld zou dat al een goede zaak zijn. Musea, steden, cultuur, sport en culinair. Dorpen, rust en vrije natuur. Topbedrijven en opleidingen. Water, lucht en ruimte. We hebben het allemaal. En in 2018: Leeuwarden culturele hoofdstad van Europa!
Het mag duidelijk zijn dat D66 de verantwoordelijkheid, de financiële bijdrage en de risico’s wil spreiden over daar waar het hoort: het hele Noorden en niet enkel de huidige aandeelhouders. We onderkennen het maatschappelijk belang, maar willen we steun geven aan een investering, dan verwachten wij dat het hele Noorden dit belang ondersteunt.
Namens D66, Pepijn Vemer (gemeenteraadslid Tynaarlo), Bob Bergsma (gemeenteraadslid Assen), Emile Zirkzee (gemeenteraadslid Groningen), Jurr van Dalen (statenlid Drenthe) en Tim Zwertbroek (statenlid Groningen).