Onderzoek naar voorzetting exploitatiesteun aan Groningen Airport Eelde
De luchthaven Eelde is op de been gehouden dankzij exploitatiesteun van de regionale aandeelhouders [1]. Het Rijk heeft zich in 2001 teruggetrokken als aandeelhouder. Destijds is overeengekomen dat de regionale aandeelhouders nog tien jaar lang gezamenlijk ruim een miljoen Euro per jaar zouden blijven bijdragen. Daarna zou Groningen Airport Eelde (GAE) op eigen benen moeten kunnen staan. Eind dit jaar loopt deze exploitatiesteun af. De aandeelhouders moeten nog een beslissing nemen over de vraag of zij na 2012 financieel zullen blijven bijdragen in de exploitatie.
In het Collegeprogramma 2011-2015 van Drenthe staat hierover:
“Het is van regionaal belang dat de luchthaven zich kan (blijven) ontwikkelen tot een economisch gezond bedrijf. De beoogde baanverlenging brengt dit dichterbij. Doel van onze (exploitatie-)bijdrage, in eerste instantie tot 2013, is de continuïteit van de luchthaven te waarborgen. Hoe beter de luchthaven op eigen benen kan staan, hoe minder wij in de toekomst hoeven bij te dragen. Deze bestuursperiode maken wij een keuze of en hoe wij vanaf 2013 aandeelhouder blijven.”
En in het Coalitieakkoord 2011-2015 van Groningen:
“Onze inspanningen zijn erop gericht om de (exploitatie-) bijdragen van de partners tot het absolute minimum te beperken. De beoogde baanverlenging zal naar verwachting een sluitende exploitatie dichterbij brengen. Op weg daar naartoe zullen we stringent toezien op een duurzame bedrijfsvoering en de bestedings-effectiviteit van onze middelen aan de luchthaven. Daarbij geldt als vertrekpunt, dat er een reëel perspectief dient te bestaan op een op termijn sluitende exploitatie.”
In september 2010 hebben de aandeelhouders de directie van de luchthaven en de Raad van Commissarissen verzocht in de loop van 2011 te laten zien wat de gevolgen zijn voor GAE indien de regionale overheid na 2012 niet langer financieel zou bijdragen. Daarbij dienen verschillende opties voor GAE uitgewerkt te worden [2]. De besluitvorming zal voorts gebaseerd moeten worden op een nieuw businessplan. Hoewel dit plan al voor 2011 is toegezegd, is er nog niets van vernomen. Op grond van het eerdere Businessplan-2008 valt te verwachten dat GAE pas na 2018 een sluitende exploitatie kan bereiken, en dat alleen indien de (‘low-cost’) passagiersaantallen zeer sterk groeien.
De Noordelijke Rekenkamer heeft in haar Onderzoeksprogramma 2012-2013 aangekondigd een onderzoek te starten naar “de bestuurlijke besluitvorming over de voortzetting (beëindiging) van de provinciale bijdragen in de exploitatie van GAE”.
De Rekenkamer schrijft dat de provincies Groningen en Drenthe in de loop van 2012 moeten besluiten of zij vanaf 2013 zullen blijven bijdragen in de exploitatie van GAE. Volgens de Rekenkamer dienen de provincies in hun besluitvorming de maatschappelijke belangen integraal tegen elkaar af te wegen. De centrale vraag die de Rekenkamer hiervoor formuleert is:
“of dit bestuurlijk besluitvormingsproces zorgvuldig doorlopen is en of er een integrale afweging van belangen heeft plaatsgevonden. Dit leidt tot de volgende deelvragen:
-
heeft de besluitvorming plaatsgevonden op basis van objectieve en eenduidige beslisinformatie waarin nut en noodzaak van de baanverlenging worden onderbouwd?
- in hoeverre is er sprake geweest van scheiding van het belang van de provincie als aandeelhouder en als behartiger van het algemeen maatschappelijke belang?
- welke belanghebbenden zijn bij het bestuurlijk besluitvormingsproces betrokken?
- op welke wijze zijn de leden van provinciale Staten van Drenthe en Groningen over de besluitvorming geïnformeerd en hierbij in kaderstellende zin betrokken?
- welke impact heeft de baanverlenging op de toekomstige exploitatie?”
Dit aangekondigde onderzoek zal men in 2013 uitvoeren. Het gaat hier dus om een onderzoek-achteraf, zoals ook uit de vraagstelling blijkt.
VOLE is wel blij met de criteria voor de komende besluitvorming, die de Rekenkamer nu al heeft geformuleerd. Zij maken immers voor de leden van de Provinciale Staten inzichtelijk waaraan het besluit moet worden getoetst en welke informatie daarbij nodig is.
Maar ook voor het publieke debat zijn zij nuttig. Zo kijkt VOLE uit naar de ‘eenduidige beslisinformatie waarin nut en noodzaak van de baanverlenging worden onderbouwd en welke impact de baanverlenging heeft op de toekomstige exploitatie’. Ook is VOLE benieuwd of zijzelf als ‘belanghebbenden bij het bestuurlijk besluitvormingsproces (wordt) betrokken’.
De relevantie van het werk van de Rekenkamer neemt enorm toe doordat de criteria waaraan besluitvorming moet voldoen vooraf zijn geformuleerd. Immers, deze criteria voorkomen dat straks slechts achteraf wordt geconcludeerd dat er van alles mis is gegaan met de besluitvorming, zoals bij voorbeeld is gebeurd bij de Blauwe Stad. Helaas hebben we hier niets meer aan wanneer het gaat om beïnvloeding van de besluitvorming rond de baanverlenging. Maar voor de vraag of de regionale overheden na 2012 nog meer geld in GAE moeten steken zijn de criteria belangrijke hulpmiddelen.
VOLE 20-9-2012
[2] Dit is meegedeeld door de vaste contactpersoon voor de provincie Drenthe in de algemene vergadering van de aandeelhouders, de voormalig gedeputeerde Vlietstra, in de vergadering van de Statencommissie Bestuur, Financiën en Economie van 3 november 2010. Dit naar aanleiding van de behandeling/bespreking van het rapport van prof. Vlek: ‘Een kwart eeuw gewenst, overschat en betwijfeld: Nut en noodzaak van baanverlenging op GAE’ in deze vergadering.Klik hier voor het Onderzoeksprogramma 2012-2013 van de Noordelijke Rekenkamer
Klik hier voor de motie over de herijking Businesscase Airport Eelde