salontafel in de woonkamer, met zicht op een besneeuwd weiland, ligt het
regeerakkoord. ‘Vertrouwen in de toekomst ’ staat erop. Jan Terlouw kijkt er
naar als hij een dienblad met koffiekopjes neerzet. „Herstel nou eerst maar
eens het vertrouwen in de politiek”, zegt hij. „Kijk naar het nieuws van vorige
week. Nederland ligt dwars bij het aanpakken van belastingontwijking. We maken
ons schuldig aan milieucriminaliteit. En het ministerie van Justitie
manipuleert wetenschappelijk onderzoek. Voor een beetje bewuste burger is dat
toch niet te harden? Om in één week dit soort dingen te horen van zijn eigen
overheid? Ik vind dat heel verontrustend.” Jan Terlouw (86) is zo’n bewuste
burger. Hij is ook natuurkundige, jeugdboekenschrijver en voormalig D66-politicus.
Hij was Tweede Kamerlid, partijleider, minister, vicepremier, commissaris van
de koningin en senator. Terlouw is ook een domineeszoon die als jongen de oorlog
bewust meemaakte. Hij is (groot)vader. Zijn vrouw Alexandra, met wie hij zestig
jaar samen was, overleed in augustus. Het huis voelt leeg, zegt hij. Vrijdagavond
houdt Terlouw de eerste naar hem genoemde lezing in de Deventer Schouwburg. „Krankzinnig
toch, dat duizend mensen daar een kaartje voor kopen? ”Mooi vindt hij vooral dat
zijn dochter Pauline viool zal spelen en dat zijn kleindochter Laura,
psychologe, ook zal spreken. Wel jammer dat de tekst al vroeg klaar moest zijn,
om hem na afloop aan bezoekers mee te kunnen geven. „Nu kan ik niets actueels meer
in mijn verhaal stoppen.” De aanleiding om Terlouw te spreken is een actueel
onderwerp, de uitbreiding van Lelystad Airport tot internationale vakantieluchthaven.
Volgende week debatteert de Tweede Kamer daarover met de minister. Voorstanders
houden vast aan de openingsdatum in april 2019. Tegenstanders willen uitstel en
aanpassing van vliegroutes. Het partijcongres van D66 is voor uitstel, de
Kamerfractie heeft nog geen keuze gemaakt. De discussie over de groei van
vliegveld Lelystad en die van Schiphol, eigenaar van Lelystad Airport, raakt
aan de twee urgente thema’s van Terlouw: klimaatverandering en vertrouwen in de
politiek. Ook is hij vertrouwd met de regio waar het verzet tegen het vliegveld
het sterkst is. Hij groeide op in Garderen en Wezep op de Veluwe en woont al 25
jaar net buiten Twello, vlak bij Deventer en de grens tussen Gelderland en
Overijssel.
Moet
Lelystad Airport doorgaan?
niet. Het hele vliegverkeer moet grondig worden hervormd. Dat je voor een
tientje naar Barcelona kunt vliegen is toch idioot? Dat is goedkoper dan met de
bus naar Breda.”
Wat
moet er veranderen?
„Er moet een
vliegtaks komen. Kerosine moet worden belast. Geef vliegtickets een reële
prijs. Kijk naar de vervuiling en bereken de kosten die nodig zijn om de
vervuiling terug te dringen. Als je die kosten toevoegt aan de tickets, kosten
ze vijf keer zo veel. Je hoeft consumenten geen dingen onder de reële prijs aan
te bieden. Dat gebeurt nu wel. Daarom is vliegen naar Parijs goedkoper dan met
de trein.
Mensen
willen graag goedkoop vliegen. Lelystad
voorziet in die vraag.
„Als je het
aanbiedt, willen mensen het. Dat is begrijpelijk. Maar je hebt ook een overheid
die moet zeggen: er zijn meer belangen dan alleen goedkoop vliegen. Milieu,
overlast voor omwonenden, arbeidscondities voor werknemers van luchtvaartmaatschappijen.
Het is de taak van de overheid om ook die andere belangen in ogenschouw te
nemen.”
We
kunnen het niet overlaten aan de consument?
„Nee. Zo is
het leven toch. Veel mensen vinden het vreselijk zoals we varkens houden. Dat willen
we niet, zeggen ze. Dan gaan ze naar Albert Heijn en kopen ze het goedkoopste
vlees. Zo zijn wij mensen nu eenmaal. Dat hoor je als overheid te corrigeren.”
Moet
die het niet overlaten aan de vrije markt?
„Eerlijke
marktwerking heb je alleen als vraag en aanbod in evenwicht zijn. Een vrije
markt doet zijn uiterste best om heel snel niet meer een vrije markt te zijn.
Al snel domineert één partij, en heb je een oligarchie. Je ziet het bij de Googles,
de Ubers, de voedselbezorging. Dat is de wet van de jungle, het recht van de
sterkste. Markten kunnen alleen goed functioneren met een heel strenge
marktmeester die randvoorwaarden stelt en die controleert. CDA en VVD zijn dol
op de markt, maar ze kijken niet goed hoe het werkt. Dat vind ik
onbegrijpelijk.”
Een
vliegtaks jaagt Nederlandse reizigers de grens over en kost banen, bleek bij
een mislukte poging in 2008.
„Je kunt best
een beetje voorop lopen, de anderen volgen wel. Daar gaan we heus niet failliet
aan als Nederland. Je moet je als overheid niet laten chanteren door dit soort
argumenten.”
Schiphol,
VNO-NCW en anderen zeggen: als Schiphol niet verder kan groeien, gaat dat ten
koste van de economie.
„Ik hoor dat
steeds, dat Schiphol de motor van de Nederlandse economie is. Maar is dat wel
zo? Er zijn steeds meer economen die dat enorme belang betwisten. En waarom
altijd dat primaat van de economie? Sjoemelen met milieu-eisen, belastingparadijzen,
afschaffen van de dividendbelasting; allemaal vanwege de economie. Terwijl
steeds meer mensen zich realiseren dat het zo niet langer gaat. Kijk hoeveel belangstelling
er is voor de donut economie van
de Britse econome Kate Raworth. Zij zegt: groei is niet langer het antwoord. We
moeten naar een ander soort economie. Alleen tot de politiek dringt dat niet
door.”
Hoe
verklaart u dat?
„Ik vind het
wonderbaarlijk en zorgelijk. De politiek loopt achter bij wat de tijd vraagt.
Misschien is de politiek bang om te veranderen. Banger dan het bedrijfsleven en
uiteindelijk ook banger dan de kiezer en de consument. Vorig jaar vroeg een
club van grote bedrijven om snellere uitvoering van klimaatmaatregelen. Ze
zeiden tegen de overheid: doe iets, stel regels. En de politiek doet het niet!
Hoe kan dat?
Nog zoiets. Vorig jaar, in verkiezingstijd, heb ik alle
voorzitters van de tien jongerenpartijen uitgenodigd om te praten over wat hen
verbindt. In één avond hebben we een manifest opgesteld, met concrete punten.
De vervuiler betaalt, bijvoorbeeld. Niets is overgenomen in het regeerakkoord.
De moederpartijen trekken zich niets aan van wat hun jongeren willen. Dat zijn
geen kinderen hoor, het zijn vaak afgestudeerde mensen. Wat die vinden, doet er
kennelijk niet toe.”
Spreekt
u hier partijgenoten over?
„Ja, maar ik
ben daar voorzichtig mee. Het gezeur van een oude man op de achtergrond die het
allemaal beter weet, dat is niks. En het lijkt al snel op: vroeger was alles
beter. Terwijl ik ontzettend probeer om bij te blijven. Bovendien moet je als
oud-partijleider niet de huidige partijleider voor de voeten lopen.”
Veel
oud-politicitonen zich achteraf radicaler dan
tijdens hun actieve periode. Is
dat niet te laat?
„Ik protesteer
dat ik nu pas dit soort dingen zeg. Ik had het in de Tweede Kamer, begin jaren
zeventig, al over het milieu. En in de Eerste Kamer verzette ik me er al tegen
dat Schiphol geluidsoverlast ging berekenen in plaats van meten. Dat is nu weer
aan de orde. Wat is dat voor onzin? Sinds Galileï weten we: meten is weten. Maar
goed, het is waar dat mijn positie veel makkelijker is nu. Ik heb makkelijk
praten. Ik heb geen directe verantwoordelijkheid meer, ik hoef geen
compromissen te sluiten. Ik vind dat ik in gesprekken met partijgenoten best wat
accenten mag zetten, maar ik realiseer me dat zij het werk moeten doen.”
D66
heeft zich verbonden aan een centrum-rechts kabinet. Zal de partij verrechtsen?
„Pechtold kon
niet anders, GroenLinks en de SP wilden niet. Hij loopt het risico dat we
verliezen bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Maar ik heb er respect voor
dat hij de verantwoordelijkheid heeft genomen. Ze hebben hun best gedaan om het
regeerakkoord zo progressief mogelijk te maken.”
Moet
de fractie trouw zijn aan de coalitie en tegen uitstel van Lelystad Airport stemmen,
of trouw zijn aan de partij en voor uitstel stemmen?
„Dat hangt af
van wat er precies in het regeerakkoord staat. Laten we even kijken. Er staat
in dat Lelystad vakantievliegveld wordt, maar opening in 2019 wordt niet genoemd.
Ze moeten zich houden aan het regeerakkoord en tegelijk de ruimte nemen die er
is om af te wijken. Het lijkt dat de ruimte er is om voor uitstel te stemmen.
Doe dat maar, zeg ik dan.” Een jaar geleden hield Terlouw zijn ‘touwtje uit de
brievenbus verhaal’ in De
Wereld Draait Door. Tot zijn
verbazing sloeg zijn observatie over verloren vertrouwen nog meer aan dan zijn
waarschuwing over klimaatverandering.
Hoe
verklaart u dat veel burgers de politiek niet meer vertrouwen?
„Iemand die
gekozen wordt als volksvertegenwoordiger moet voortdurend uitstralen hoe
geweldig en eervol dat is dat hij of zij vier jaar lang de baas over ons mag
spelen. Nou, daar zie ik al niet gek veel meer van terug. Dan is voor iedere beslissing
die je neemt de kernvraag: wat vind ik rechtvaardig? De antwoorden verschillen
per partij, maar de vraag is dezelfde. De vraag stellen, erover in debat gaan,
tot een besluit komen, dat moet zichtbaar zijn. Maar je ziet het niet meer.
Kamerleden zijn ondernemers geworden, die een oplossing zoeken voor een
probleem. In mijn tijd spraken we in de Kamer meer over de overtuiging van
waaruit we een beslissing namen. Misschien vergis ik me, maar dat gevoel heb ik.”
Is
er een alternatief denkbaar voor de relatie tussen overheid en burger? Het referendum
blijkt ook niet de oplossing.
„Ik heb me als
partijleider nooit erg sterk gemaakt voor de kroonjuwelen van D66. Alleen als
het me gevraagd werd, dreunde ik op wat er in het verkiezingsprogramma stond.
De gekozen burgemeester, daar is nooit goed
over nagedacht over hoe dat in de praktijk moet. Maar ik word steeds
enthousiaster over het districtenstelsel. Niet met één Kamerlid per district,
maar vier. Ook de SGP moet vertegenwoordigd blijven, dat hoort bij Nederland. Kamerleden
staan dichter bij de kiezers. Ik vind dat we daar eens grondig over na moeten
denken.”
U
vreest ‘gezeur van een oude man’, maar uw boodschap slaat wel aan. Wringt dat?
„Ik voel een
maatschappelijke verantwoordelijkheid. Waarom heb ik nou zo’n interview met u?”
Na een korte stilte: „Ik heb ook ontzettend veel te danken aan de samenleving.
Ik heb een prachtig leven kunnen leiden, mooie opleidingen kunnen volgen, elf
jaar vanuit het buitenland naar Nederland kunnen kijken. Maar als ik dan iets
vind van die samenleving, iets dat misschien constructief is – het klinkt een
beetje heilig – dan vind ik dat ik dat moet zeggen.”
U
bent niet cynisch geworden van de politiek. Hoe heeft u dat weten te voorkomen?
„Cynisch
worden had zeker gekund. Maar nee. De wereld is zoals hij is. Ik heb een optimistische
aard. Dat is een beetje een probleem in mijn leven: mijn analyses hebben
zwartgallige conclusies, maar die zijn dan in strijd met mijn optimistische aard.
Ik heb dat altijd gehad: als ik op het dak klom en dacht; zou die panlat me houden,
dan dacht ik altijd: ah, jawel.”
Dat uw verhalen eindigen met hoop is
dus niet alleen een strategische keuze,
om de boodschap te laten beklijven. Het
zit ook in uw aard.
vreselijk wat er nu gebeurt door klimaatverandering. Dat we pas ingrijpen na
rampen. En dat gaat altijd ten koste van de zwaksten, de armsten. Nederland redt
zich heus wel, we zijn rijk en we bouwen goede dijken. Maar in Bangladesh gaat
het nu al verkeerd. Het is oplosbaar. Technisch en economisch kan het prima, we
moeten het alleen maar willen. Dat we het niet doen, maakt me boos. Anderzijds
geeft het me hoop: het kan.”
<w:LsdExce