Nieuw leven voor Nacap-pand Eelde

 
        
Het pand van Nacap bij Groningen Airport Eelde heeft vijf jaar leeg gestaan, maar er gloort nu een nieuwe bestemming. Investeerder Michel Pannen heeft het gekocht en heeft al een nieuwe gebruiker.

Die kan het pand alleen gebruiken als de gemeente Tynaarlo op planologisch gebied medewerking verleent. Nu mogen er alleen luchtvaartgerelateerde bedrijven in. Om een eind te maken aan de langdurige leegstand, willen B en W van Tynaarlo wel meewerken aan een vergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.

Commentaar VOLE
Met het voornemen de bestemming te wijzigen bevestigen B&W van Tynaarlo dat er geen vraag is van “luchthavengerelateerde bedrijvien”. Die is er nooit geweest, want ook Nacap was niet luchthaven-gerelateerd. Koop Holding /Geveke mocht het pand bouwen met het smoesje dat Nacap (een van de Koop bedrijven) overal op de wereld projecten had en daar snel naar toe moest kunnen vliegen. Het college geeft toe dat er geen vraag is en probeert tegelijker tijd -samen met de provincie en de lobby rond GAE- het publiek te doen geloven dat GAE essentieel is voor de economische ontwikkeling van het noorden en dat er unieke vestigingsfactoren zijn in de omgeving van de luchthaven. GAE zegt op haar website: “Op het bedrijventerrein zijn diverse internationaal opererende bedrijven gevestigd." Kijken we echter op de site van GAE dan zien we dat het niet veel voorstelt. Geen enkele internationaal bedrijf. Bij elkaar opgeteld gaat het misschien om 40 arbeidsplaatsen. Samen met de 40 van GAE komt het totaal niet uit boven de 80 arbeidsplaatsen.

Op het voorterrein ligt een bestemming die alleen luchthavenver(ge)bonden functies toestaat. De achtergrond van deze bepalingen is dat het “beleid erop is gericht het voorterrein van de luchthaven, vanwege de beperkte ruimte en uitbreidingsmogelijkheden, in de eerste plaats beschikbaar te houden voor luchthavenverbonden bedrijvigheid”. Zie bijvoorbeeld 2.3.4.uitspraak Afdeling Bestuursrecht 200205094/1.
De provincie en de Inspectie leefomgeving stellen zich op het standpunt dat: “het belang dat het voorterrein, vanwege zijn beperkte omvang en uitbreidingsmogelijkheden, selectief wordt ingevuld. Een ruimhartige toepassing van de vrijstellingsbepaling kan er volgens verweerder toe leiden dat het voorterrein vroegtijdig vol is door onder andere of met name niet-luchthavenverbonden activiteiten, hetgeen moet worden voorkomen.” Zie 2.3.2 van bovengenoemde uitspraak.

Het terrein mag alleen worden gebruikt voor luchthavenverbonden activiteiten om ‘overloop’ naar de omgeving te voorkomen als het terrein volloopt. Dat zou nadelig zijn voor het woon en leefklimaat in de omgeving en schade toebrengen aan de natuur en de landgoederenzone. Aangezien GAE voortvarend vastgoedontwikkeling op het voorterrein nastreeft als onderdeel van de algehele luchthavenontwikkeling, is het zeker niet denkbeeldig dat bij ongelimiteerd gebruik het terrein snel vol raakt. GAE dicht zichzelf immers een ambitieuze en voorspoedig toekomst toe, waarbij gestreefd naar een groei van meer dan 350% in 6 jaar tijd (van 170.000 passagiersbewegingen dit jaar naar 600.000 in 2023). Zie hiervoor het Strategisch plan van GAE.

VOLE zal het college van Tynaarlo herinneren aan de ambities van GAE (die ze altijd met verve heeft ondersteund). Het wijzigen van de bestemming is hiermee niet in overeenstemming,. Dat wordt nog lastig voor het College bij de Raad van State, die de zaak dan voor de derde maal moet behandelen.