Vereniging Omwonenden Luchthaven
Eelde
‘voor de kwaliteit van de leefomgeving’
www.vole.nl
Reactie VOLE op Rekenkamerrapport Groningen Airport Eelde
4 november 2013
VOLE is blij met de uitkomsten van het onderzoek van de Rekenkamer. De Rekenkamer bevestigt veel kritische punten waarvoor VOLE de aandacht heeft gevraagd:
- GAE prognoses zijn te optimistisch
- Gedeputeerde Staten baseren zich uitsluitend op rooskleurige informatie die GAE aanlevert
- Risico’s zijn weggemoffeld
- Kritische geluiden zijn stelselmatig genegeerd
- Een debat over nut en noodzaak van de luchthaven heeft niet plaats gevonden
- Een onafhankelijke contra-expertise van het financieel toekomst perspectief is niet uitgevoerd.
De conclusies van de Rekenkamer bevestigen wat VOLE en onafhankelijke experts al tien jaar stoort: “het publieke debat kan niet in de volle breedte worden gevoerd doordat het overgrote deel van de(ze) informatie vertrouwelijk is”.
VOLE heeft ook herhaaldelijk gewaarschuwd dat niet ongefundeerde uitbreidingplannen -zoals baanverlenging- leiden tot een slechter exploitatieresultaat. De Rekenkamer nu: “Het negeren van de economische realiteit en gebrek aan sturing heeft de financiële continuïteit van de luchthaven verder onder druk gezet”.
De verantwoordelijke Gedeputeerden – Brink in Drenthe en Bouwmans in Groningen- hebben de ontwikkelingen rond GAE op hun beloop gelaten. In de woorden van de Rekenkamer: ”Beide provincies hebben gezien hun meerderheidsbelang in GAE NV, de mogelijkheid om aanwijzingen aan de directie te geven voor het te voeren financiële beleid. Deze zeggenschap wenden Gedeputeerde Staten echter niet aan.”
Ook de beide Commissarissen van de Koning -Van den Berg en Tichelaar- valt dit aan te rekenen. VOLE heeft hen beide in persoonlijke gesprekken gedetailleerd geïnformeerd, maar zij hebben verzuimd regie te voeren. Dat “de informatie waarnaar is gevraagd (door Provinciale Staten), vaak te laat en soms helemaal niet wordt aangeleverd door Gedeputeerde Staten” is een politieke doodzonde. Het is kenmerkend voor de bestuurscultuur waarin het ene na het andere fiasco kan ontstaan: Blauwe stad, Meerstad, mislukken IT project provincie Groningen.
Provinciale Staten hebben hun belangrijkste democratische taak -het controleren van GS- niet naar behoren kunnen uitoefenen. Het verweer van GS tegen de harde conclusies van de Rekenkamer is onthutsend nietszeggend en ontwijkend:
GS komen met de smoes: “Met de kennis van nu concluderen wij met u dat, te verklaren vanuit diverse omstandigheden, de prognoses uit dit plan helaas niet zijn gerealiseerd.”
Over de rooskleurige prognoses: “de economische effecten van GAE zijn in beeld gebracht door Buck Consultants International”. De rapporten van Buck zijn afgekraakt door alle deskundigen -waaronder diverse luchtvaarteconomen-, maar GS hebben deze kritiek stelselmatig genegeerd.
De Rekenkamer kraakt harde noten over de falende “borging publieke belangen luchthaven via aandeelhouderschap in GAE NV”. Het nietszeggend verweer van GS: “Wij zijn van mening dat wij vanuit onze frequente formele en informele contacten met het bestuur van GAE op een actieve wijze invulling hebben gegeven aan het bevorderen van een doelmatig financieel beleid. In uw conclusie op dit punt herkennen wij ons dan ook niet.”
De Rekenkamer: “Ook staan Gedeputeerde Staten toe dat de koers van de luchthaven is verlegd naar het vakantiesegment. De afname van het zakelijk vliegverkeer pakt nadelig uit voor het publieke belang….” De Gedeputeerden gaan niet in op de harde conclusie dat GAE het ‘publieke belang’ schaadt en dat zij dat toestaan.
De Rekenkamer zit er naast wat betreft de “inspanningsverplichting voor onbepaalde tijd” die zou blijken uit artikel 5.1 van de ‘overeenkomst aandelenoverdracht’. Immers, uit het verslag van de vergadering van de Staten van Drenthe op 4-2-2004 blijkt dat de Staten pas hebben ingestemd na de opvallend nadrukkelijke toezegging van Gedeputeerde Schaap dat het gaat om de periode tot 2015 [1]. Hier is zeer lang over gesproken. Merkwaardig dat dit de Rekenkamer kennelijk is ontgaan.
Gedeputeerde Brink, van Drenthe, wist dat de Rekenkamer hier miszat. Hij had het verslag van deze Statenvergadering aan de Rekenkamer moeten geven. Dit is kennelijk niet gebeurd, want het verslag staat niet in de lijst van schriftelijke bronnen.
Maar de Gedeputeerden gaan helemaal de fout in als zij de schrijven: “komt u terecht tot de conclusie dat er sprake is van een inspanningsverplichting jegens het Rijk om de luchthaven in stand te houden en dat die verplichting voor onbepaalde tijd geldt.”. (blz. 66)
Dit is een belangrijk punt omdat het voortbestaan van de luchthaven na 2016 uiterst onzeker is. Dit blijkt namelijk uit de studie die het SEO heeft uitgevoerd in opdracht van de Rekenkamer. Hieruit in staat dat:
- Een feerderline naar een internationale luchthaven geen haalbare kaart is
- De kans zeer groot is dat Ryanair vertrekt naar Lelystad rond 2017
- GAE vanaf 2015 zelf de kosten van de verkeersleiding moet betalen
- Bij de groei die GAE heeft laten zien van 3,5% per jaar het tot 2030 duurt voor ze zwarte cijfers schrijven.
Met andere woorden: het SEO maakt gehakt van het donderdag gepresenteerde Strategisch plan van GAE. Ook hieruit blijkt dat de Gedeputeerden Brink en Bouwmans de zaak op hun beloop laten. Zij waren op de hoogte van het onderzoek van het SEO. Hoe denken zij dat te rijmen met het Strategisch plan dat zij de hand in hadden én waar zij als toezichthouders van GAE verantwoordelijkheid voor dragen? Dat zij hebben ingestemd met de presentatie van dit plan aan de Staten, wetende van het SEO rapport, getuigt wederom van weinig achting voor de Staten.
Belangrijke conclusies in het rapport van de Noordelijke Rekenkamer zijn in het recente verleden al bij herhaling door andere partijen (SEO, Boucher, Vlek, de Wit, VOLE) getrokken. Bestuurders lijken ze eenvoudigweg niet te willen horen. Het is de vraag of dit na dit vernietigend rapport van de Rekenkamer anders zal worden. Worden er aan dit falen ook consequenties verbonden? Het zou het geloof in de democratie bevorderen als dit nu eens wel zou gebeuren.
De feiten zijn ernstig genoeg.
[1] Schaap zegt: “Artikel 5.1 : slaat op de periode tot 2015 en niet op de jaren daarna. Bij de verplichting voor de periode van 10 jaar, gaat het om een besluit van de staten. Ik heb de neiging nu te zeggen dat de staten hun eigen besluitvorming serieus moeten nemen. Als de Staten met elkaar besluiten dat 10 jaar 10 jaar is, dan is 10 jaar 10 jaar.
Klik hier om het persbericht van de Noordelijke Rekenkamer te bekijken
Klik hier om het rapport van de Noordelijke Rekenkamerte downloaden